maandag 23 juli 2012
Carnage
Een
klucht zonder grappen, kan dat? Carnage is am grunde tragikomisch, en
de setting is zéér Woody Allen (echtelijke discussies in New York), maar
het scenario stelt het zonder échte wisecracks. Carnage is eerst en
vooral een acteurs-battle, met slechts vier spelers. Voor mij wint John C.
Reilly, kennelijk was er tóch een comedian nodig voor dit soort
dorpstoneel. Zijn personage lijkt eerst het mak schaap onder de hoede
bij zijn felle echtgenote Jodie Foster. Later begint ie zich kwaad
te maken, als een kind dat iets stouts heeft gedaan en nu een vlucht
naar voren maakt in puberaal verzet. Het andere echtpaar brengt minder.
Kate Winslet is degelijk. Christoph Waltz slaagt met de hakken op de
sloot voor deze test. Tot nu toe speelde ie alleen maar fletse echo's
van zijn Tarantino-meesterstukje, in deze meer serieuze rol voldoet ie
wel, al blijf ik het gevoel houden van een tv-acteur. De twee echtparen
komen bij elkaar om een kinder-akkefietje te regelen. Jodie Foster mag
het nagels op krijtbord-personage spelen – terwijl ik me tegelijkertijd
het meest in elkaar herkende. Zo iemand die heel snel over mensen
oordeelt, die zichzelf heel goed vind, en ook een soort ubervriendelijke
goedheid uitstraalt. Maar ondertussen denkt ze eigenlijk negatief over
alles en iedereen. Ze verdedigt haar zoontje hier met hand en tand,
zonder zich af te vragen of het kind misschien ook niet een beétje schuldig is.
Winslet en Waltz willen eerst vooral weg, maar door de preken van
Foster worden ze langzaam uit hun yupperige comfort zone gemasseerd. Dat
is een tijdje leuk, maar eigenlijk voltrekt het schematische scenario
zich volledig naar verwachting. Eerst de good cop/bad cop routine van
beide kanten, vervolgens echtpaar tegen echtpaar, om met veel drank als
mannen tegen de vrouwen te eindigen. Vooral in die laatste fase wordt de
film wel erg oppervlakkig.
Labels:
films uit de jaren '10,
Roman Polanski
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten