maandag 16 juli 2012
King of Devil's Island
Eerder dit jaar stond er in Breda een doorgedraaide
gevangene halfnaakt te dansen op het dak van een jeugdinrichting. En dat
allemaal dankzij een in de gang gevonden fles speciaalbier. In plaats
van te wachten tot de jongen zelf naar beneden kwam, hing er een hele
avond een helikopter boven, en rukte politie en brandweer massaal uit.
Million dollar boy. Nu schijnt ie al die kosten zelf te moeten betalen,
alsof dat ooit lukt... In vroegere tijden dropten ze die jeugdige boefjes
gewoon op een eiland heel ver weg, althans zo ging dat in Noorwegen,
leren we van deze zeer onevenwichtige genrefilm. Het begint hoopgevend,
twee jongens arriveren per veerpont, de sfeer is Shutter Island-creepy
(duh!) en blijft ook nog een hele tijd Dickensiaans-wrang. Clichés
ontbreken niet: ontsnappingspogingen, vluchten in fantasietjes,
onderling geweld (zonder Scum-biljartballen) én de zielige jongen die
eraan onderdoor gaat en zelfmoord pleegt. Daar begint de film te
haperen, want nadat het slachtoffer van ontucht door de leiding dood is
begint de film aan een ellenlang durende wraakexpeditie tegen de dader.
Ik heb geen medelijden met de Buscemi-achtige man, maar om daar nou álle
tijd aan te besteden. En dan nog niet doorpakken he, want de jongens
moeten toch slachtoffers blijven. De baas van de gevangenis (een
Breivik-combover pafferig zelfvoldane Stellan Skarsgård) ziet zo zijn
corrupte levenswerkje door de vingers glippen. Het einde tapt dan plots
weer uit een Reinout Oerlemans-vaatje. Of hoe een gevangenisfilm even in
Nova Zembla/Titanic kan veranderen.
Labels:
films uit de jaren '10,
Marius Holst
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten