woensdag 18 juli 2012
Pépé le Moko
Hij is eigenlijk niet 'gangsta' genoeg, die Pépé. De
'beruchte' Franse schurk zit als een rat in de val in de Casbah, de
labyrint-achtige slums van Algiers, en je zou zeggen, net als die gozer
in Toulouse gaat ie 'down fighting'. Het intro belooft veel, in een mooi
staaltje van expositie wordt een Parijse agent door de locals uitgelegd
waarom het oppakken van Pépé zo lastig is. 'Hij zou me in de Casbah
zonder een spier te vertrekken doden'. Maar als we Pépé (Jean Gabin)
later in actie zien, mikt ie braaf op de bénen van de agenten. Pépé
blijkt een goedmoedige nostalgicus. Zo verwordt deze film tot een niet
onaantrekkelijke, maar wat wrange ode aan het échte Frankrijk, inclusief
slot-chanson. En krijg je het idee dat kolonies enkel hebben bestaan om
heimwee naar de heimat te creëren. Niet voor niets werd deze
noir-voorloper later overgedaan als musical. Pépé droomt van Le Métro,
en heeft genoeg van zijn harem allochtone vrouwen... Gelukkig is daar
een schone blanke deerne. Maar is zij wérkelijk geïnteresseerd in hem,
of slechts door de gewiekste (zich Hakim-dom voordoende Algerijnse
agent) als lokaas de wijk in gemanoeuvreerd. Een kans op een unieke
femme fatale, maar die rol kan natuurlijk niet aan een blanke worden
gegeven. Dat taakje wordt in een geslaagd tragisch einde door de lokale
Esmeralda uitgevoerd. Ik bleef het gevoel houden dat er veel meer in had
gezeten, al zijn de Dead End-achtige studio-sets die Algiers voor
moeten stellen wonderschoon.
Labels:
films uit de jaren '30,
Julien Duvivier
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten