donderdag 12 juli 2012

The Hunter

Rafi Pitts is de visuele stilist onder de Iraanse filmmakers. Kijk maar hoe "Amerikaans" hij The Hunter begint. Teheran opdoemend vanuit de snelweg, als de metropool die het is. Veel fenomenaal schaduwrijk blauw geschoten scenes, en een nachtwaker in de vroege ochtend op weg naar huis, naar zijn appartement in een flatgebouw dat maar voor een kwart is bebaksteend. Het zijn shots met de allure van John Huston. De nietigheid van één man tegenover de grote machten. Ja, dit is een Iraanse noir, met abstracte actiefilm-trekjes zelfs. De titel zal geholpen hebben, evenals het Lynchiaans voorbijstrepen van de autowegen, maar binnen een paar minuten dacht ik al aan Targets. Vervolgens neemt de film via sprookjesachtig mistige Iraanse bossen een verrassende (en vreemde) afrit. Twee dommige Iraanse agenten komen als een soort Rosencrantz en Guildenstern opdraven. Eén van hen praat in een zangerig (plattelands?) Farsi, dat het Iraanse publiek volgens mij intrinsiek grappig vind. Het lijkt reden genoeg voor een kort komisch intermezzo, maar verwordt serieuzer tot de resterende helft van de film. Rafi Pitts – die zelf The Hunter speelt – zwijgt als Che Guevara op weg naar een wonderlijk einde. Over die zelfvertolking valt overigens wel te mopperen, ik zou de man geen goed acteur willen noemen, zeker in het begin lijkt hij al te geëmotioneerd door zijn eigen script... Maar da's een detail, hij heeft bovendien wél de juiste strakke Bogart-kop.

Geen opmerkingen: