'I'm not smiling, I am containing a casual face.' Dat is hier in de tweede
helft niet zo moeilijk meer, want god wat wordt deze Hunter
Thompson-film dan saai. Sowieso, Hunter S Thompson versus de
vastgoedmagnaten?! Dat is meer het terrein van John Sayles. Het eerste
uur heb ik wel zitten lachen; daar zit ook die opmerking, als Hunters
alter-ego en zijn maat (een vadsige journalist) in een Puerto Ricaanse
'natives'-bar zitten. En daar niet gewenst zijn. En toch steak eisen.
Johnny Depp speelde natuurlijk al eerder een Hunter-rol, maar met de
malle drugs-trip Fear and Loathing heeft The Rum Diary weinig van doen.
Dit is eerder Disney voor male adults. Zelfs een sensuele zeemeermin
ontbreekt niet. Die Disney-associatie wordt vooral gewekt door door de
donkerbruine Arnold Gelderman-stem van Michael Rispoli (de dikke
journalist) die in een Fiat 500'tje rijdt, en op cartooneske wijze
tv-kijkt. Meer Hunter is de derde roommate van het ouche reporters-trio,
een Hugo Borst-achtige ziekende kerel ('is it the clap? 'it's a
standing ovation') tevens in het bezit van allerhande naxi-parafernalia
én de beste zelfgebrouwen drugs. De ultieme Hunter-scene blijft toch wel
het moment na inname van de drugs, maar vóór ze gaan werken. 'Do you
feel anything? Is it bullshit?'. Veel van die sfeer'shots' zijn
hier dus niet aanwezig, de film swingt niet, pas halverwege klinkt er wat
live-muziek, maar ook op de soundtrack gaan de Caraïbische remmen
nergens écht los.
maandag 9 juli 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten