vrijdag 6 juli 2012
The Exploding Girl
Zeer grote pluim voor hoofdrolspeelster Zoe Kazan. Hoewel ik 'r hier voor de zevende keer
zag, dacht ik tachtig minuten lang dat ze zomaar een meisje van de straat
hadden geplukt. Iemand die nagenoeg zichzelf speelt,
typisch mumblecore ten slotte. Onwaarschijnlijk naturel gedaan dus.
Zelfs haar uiterlijk lijkt daaraan bij te dragen, Kazan lijkt hier een
meisje dat jarenlang in haar jeugd met overgewicht heeft geworsteld, en
nu nét in dat moment is gevangen dat ze (even) op een meer standaard
gewicht zit... (Hints meende ik te zien in haar bolle gezicht en
halsrimpels.) Lijkt me stug dat dat echt waar is bij Kazan, knappe
suggestie dus. Twee duidelijke aanwijzingen voor een prima film. Ik weet
niet meer waar ik die platonische vriendschap rant laatst hield, maar
hij kan weer uit de kast. Een favoriet en pijnlijk onderwerp. Het
jongetje (type Andy Murray) wil wél, maar meisje Kazan hééft al een
vriendje, en gebruikt haar platomaatje als het haar uitkomt/als ze hem
nodig heeft. (Zonder dat ze een bitch is ofzo hoor, bovendien, hij laat
het ook gewoon gebeuren.) Beide zijn terug voor een spring (of summer?)
break, en rommelen wat aan en rond in Medium Cool-achtig aandoend New
York. De jongen heeft mooie anekdotes over Tesla en andere random
wetenschaps-dingetjes. Het meisje heeft geinige jurkjes. (En indringend
epilepsie.) Pas richting einde vind ik dat je kunt merken dat de film
nét even anders is dan de gebruikelijke mumblecore; een scene op het dak
met duiven is misschien nét iets te Mary Poppins mooi, net zoals het
laatste shot. Maar goed, dan doe ik stoer alsof ik een hart van steen
heb, in werkelijkheid smolt ik gewoon , met een mooi liedje van Múm in
de aftiteling als laatste vlammetje. (Peinst over grap met dat
lucifer-sprookje van HC Andersen)
Labels:
Bradley Rust Gray,
films uit de jaren '00
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten