maandag 11 juli 2016

Palo Alto

'I know it's not thursday.' De rijke, witte jeugd van tegenwoordig. Booze en blowjobs. Feestjes in kasten van huizen van afwezige ouders: afwezig zelfs als ze er wél zijn. Ook de ouders wonen in smartphone en ijdelheid. Enkel stiefpa wil zijn best nog wel op een history paper doen, want hij zit in een soort David Foster Wallace trip. Verspilde moeite, natuurlijk. We zijn in uptown Amerika. Meisjes om te zuchten zo mooi. (Geen obesitas hier.) De beste van de bubs is het meisje van die history paper. Sluik en verlegen dwaalt ze op de feestjes rond. Later blijkt ze zelfs ín een locker te passen. Frêle dromen. Eén keer schiet ze maar uit d'r slof. Als een maat suggereert dat niets haar interesseert. Ze zoekt gewoon d'r focus nog! Gym teach James Franco misschien? I wanted to play football for the coach... Regisseur Gia Coppola – het zal eens geen Coppola zijn – vangt de levens met de camera als dromenvanger. Paar goeie Vice-liedjes erbij, en klaar. Vluchtig, maar niet zonder duisternis, want vooral onder de jongens vinden we het ongemak. Ongedurigheid die niet in schoonheid sterft, maar tot zelfhaat leidt. De enige plek waar de twee schoffies enige rust vinden is de art school. De leraar maakt er rake, stonede kwinkslagen. Speelde Robert de Niro nog maar zulke rollen. Of het helpt? 'I'm not Bob, I'm not Bob'. De bob willen noch kunnen zijn.

Geen opmerkingen: