donderdag 7 juli 2016

Vesikali Yarim

'Ik tril als een crimineel, als ik over de toekomst nadenk.' De groenteman en de femme fatale. Zo vermoedde ik toch, aan het begin van dit Turkse melodrama met noir-trekjes. De kerel met gebeeldhouwde kop en trademark Ataturk-snor staat in het intro nog op zijn gammele karretje. Het goeie, oude leven. Met appels op de markt. Samen met pa. En altijd stipt op tijd voor het middaggebed. Maar dan gaat de naïeveling 's nachts aan de wandel met wat vrienden. In de clubs kringelt de verleiding op nouvelle vague-benen. De blonde femme fatale verschijnt letterlijk omringt door rookwolken. Mysterieus, werelds, en met een laag decolleté. Hoe kon het simpele boertje daar niet voor vallen? Dan volgt echter een galante omkering. De twee beleven een werkelijke, schrijnende liefde, waarin de vrouw lijdt als Jeanne Moureau. Bovendien blijkt de man helemaal niet zo maagdelijk onschuldig. In die middenfase is de film veruit op haar best. Dwalend langs de Bosporus. Het Istanboelse 'on the waterfront'. De humane sentimentaliteit heeft werkelijk wat van Kazan. (Zelf van Turkse origine.) Richting einde wordt de huiselijkheid wel weer verlaten voor het grote gebaar. Dan begint de moeizame maar ongetwijfeld realistische moraal wel wat te knallen en knellen. Vesikali Yarim – 'mijn liefde voor een hoer' – kon natuurlijk nooit besluiten met een happy ending.

Geen opmerkingen: