woensdag 13 juli 2016
Whistle Down the Wind
'Jesus. He's in our barn.'
De logische plek, nietwaar? Alleen hebben we het hier wel over een
volwassen, baardige versie vertolkt door Alan Bates. De bronstige
mysticus is altijd goed als ie kan zwijgen en gevaar mag uitstralen.
Drie Engelse boerenkindjes vinden de verlepte kerel. Het dak van hun
schuur vormt plots een kruis. De tekenen zijn – volgens de kinderen –
overduidelijk. De grootste gelovige onder hen is tevens de oudste. Het
Pippi-meisje met de indringende blik oefent alvast voor het kitchen sink
drama. Dromen vallen in duizend scherven van dat aanrecht. Opgeveegd
met tafellaken en servet. Waar komt haar irrationele geloof toch
vandaan, peinst de kijker. Misschien omdat mama is gaan hemelen? Met die
afwezige moeder wordt echter weinig gedaan. Zoals de film sowieso wat
aan de oppervlakte blijft. In het vergelijkbare El Espiritu de la
Colmena kreeg je wel het gevoel van een leerproces. Een gesprek met
jezelf door middel van de fantasie. Het plot van Whistle Down the Wind
drijft simpelweg op het ontdekken zelf. Om de eenvoudige spanning óf Jezus
gevonden gaat worden door de 'grown ups'. Dat is me niet surrealistisch
en subversief genoeg. Ik wil als filmgelovige een kerstwonder! Lief en
geinig blijft het wel. Het guitige broertje met het dikke accent redt de
film op zijn eigen manier. '198.' '198 what?' 'That's how many eggs I
had since last easter.'
Labels:
Bryan Forbes,
films uit de jaren '60
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten