vrijdag 8 juli 2016

Paperhouse

'I knew I should've made you more cheerful.' The Never Ending Story, self-written. God zijn is nog niet zo eenvoudig. (Elke schrijver zal het ooit merken.) Alles kan, en alles heeft effect. De schepping gaat met je op de loop. In Paperhouse tekent een meisje een groot duister huis, met een stevig hek eromheen. Eén droom later loopt ze er rond. Als Alice, down the writer's hole. De jongen achter het raampje kan niet lopen. 'O ja, ik had je geen benen gegeven...' Tere kinderzielen opgepast. Paperhouse is niet voor jeugdige kijkers. De tere kinderen uit de film zitten in die pittige fase, op weg naar volwassenheid, maar nog sterk verbonden met hun eigen scheppers. Hoe koortsachtiger de dromen, hoe groter de grijns van Freud (en deze kijker). Pa schittert door afwezigheid, dus is hij in de droom... stekeblind. De man met de hamer tegenkomen krijgt hier een nieuwe betekenis. Het eerste horror-shot waarin hij verschijnt maakt de film al de moeite waard. Met mama heeft het meisje dan weer een heel andere band. Enerzijds puberaal gestook (en een race richting prachtig ouderwetse lift), maar toch ook de verleiding van ziek zijn, lekker door mams in bed worden gestopt. Laat me maar kwetsbaar blijven, met het nachtlampje aan. En wanneer pa terugkeert, begrijpt die pragmaticus er dus helemaal niets van. 'Do you want to see someone about the dreams?'

Geen opmerkingen: