woensdag 4 juli 2012

Szindbád

Jee, moet je de Hongaarse Wiki-entry zien. Deze film is daar groot, terwijl een Engelse pagina ontbreekt. Ik dacht dat Sinbad een zeeman was (is ie ook) maar déze Szindbad is een soort Casanova, die terugkeert naar het dorp uit zijn jeugd. Dwalend door vroegere herinneringen (merendeels verbeeld in ultrasnelle jump cuts, wat werkt én vermoeiend is.) Veel poetische dialogen, veel dames die hun truitje omhoog doen, en heel, héél veel 'lushe' beelden, Week of Wonders-stijl. De goedheid zit in de beelden, om Godard maar weer aan te halen. Ik begon ook aan Márai te denken, in de zin dat alle Hongaarse kunst de grootsheid van hun verleden terug lijkt te willen halen. Toen geluk nog gewoon was (en de adel machtig). Langzaam begint hier wel te dagen dat Szindbád, die iets van de jonge Orson Welles heeft, een afscheidstoernee maakt; vooral zijn laatste Avondmaal (eigenlijk een lunch) is likkebaardend copieus. Hij klopt op zijn gemakje een mergpijpje uit en smeert dat op een broodje.

Geen opmerkingen: