donderdag 24 juni 2010
The Bank Dick
Ja van banklullen hebben we tegenwoordig ook weer last, maar hier wordt een private detective bedoeld. Klinkt als een noir, maar dit is een WC Fields-verhikel. Een klassieke komediant waar ik nog nooit wat van had gezien. Dit was een van zijn laatste en bekendste successen, maar ik zag het er figuurlijk niet zo in. Misschien is het een acquired taste. Fields refereert zelf nog aan Chaplin en Keaton, maar hij mist (geen schande) het genie van de eerste en Keaton is eveneens beter als de eeuwige schlemiel, underdog. Fields speelt een grumpy oud mannetje, egoïst, drinkeboer en alleshater. Zijn bloedeigen familie haat hem en vice versa. In een van de leukste gags gooit zijn dochtertje een klein vaasje naar hem, waarna Fields de deur uitstapt en met een enorme vaas terugkomt. In eerste instantie lijkt The Bank Dick een film-in-film-film te worden, als Fields voor regisseur moet spelen. Logischerwijs loopt dit in het honderd en binnen tien minuten zit ie rustig op een bankje de krant te lezen, als een bankovervaller voor hem neervalt. Fields saves the day en wordt gepromoveerd tot bankbewaker. Hij zit echter meestal in het café Black Pussycat. Daar ontmoet hij een zwindelaar, die hij meetroont naar de bank om aan een collega (en de verloofde van zijn oudere dochter) wat waardeloze aandelen te verkopen, met van de bank gejat geld. Net dan komt er een bank-opzichter, die koste wat koste uitgeschakeld moet worden. Ik vond het allemaal niet echt grappig, maar de slot-achtervolging, als de bankovervallers een comeback maken is wel zeer spectaculair, met een visueel geintje als zes mannetjes die in een greppel aan de weg werken, en Fields die daar op noodsnelheid per auto overheen kart, waarbij de mannetjes precies op tijd bukken en weer overeind komen. En dan nog een rondje, en dan lukt het natuurlijk net niet!
Labels:
Edward F. Cline,
films uit de jaren '40
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten