maandag 28 juni 2010

Whatever Works

Zo aan het eind van zijn al zwakke decennium 'hit' Woody Allen nog even een nieuwe all-time low. Als zelfs zijn New Yorkse komedies niet meer grappig zijn... Echt pijnlijk! Het begint al met die Larry David, irritante schreeuwerd, in het begin lijkt het wel Freek de Jonge. Het slijt nog een beetje, maar zijn rol wordt al nergens goed. Zelfs de grappen rond hoe hij arme kindjes op geheel eigen wijze schaakles geeft en in de pan hakt zijn mislukt. De oude neurotische baas, die ooit veelbelovend wetenschapper zegt te zijn geweest komt een dom blond meisje tegen. (Evan Rachel Wood, in een soort Reese Witherspoon-rol) Zou richting Pygmalion kunnen gaan, de film verwijst er ook wel naar, maar de twee hebben chemie noch connectie. Hij is niet echt slim, zij is niet geloofwaardig. En dan trouwen ze ineens, terwijl ze nog geen kusje hebben uitgewisseld. (Voer voor ongemakkelijke grappen zou je denken) Patricia Clarkson verschijnt nog ten tonele als moeder van het domme blondje, maar het enige moment dat de film heel eventjes wat heeft is als nog veel later (en bijna aan het eind) ook vaderlief langskomt. Dan is er even een momentje van oprechte verbazing van zijn kant om zijn dochter bij de ouwe baas aan te treffen en passen de mislukte grappen van Larry David wél, juist omdat ze mislukken.

Geen opmerkingen: