donderdag 17 juni 2010

Synecdoche, New York

Charlie Kaufman was tot deze film waarschijnlijk de enige beroemde scenarist. Noem er nog maar eens een, die niet ook regisseert, of eerder al bekend romanschrijver was. Scenaristen zijn toch altijd anonieme krachten, ondergewaardeerd ook, ongetwijfeld. Toch lijkt me Kaufman geen figuur die naar aandacht hunkert, laat staan beroemdheid. Hij zal dus zijn redenen hebben gehad om zelf Synecdoche, New York te regisseren. Wellicht was 't ambitieuze 8 1/2-achtige script hem te persoonlijk, kon hij er soms alleen zelf wijs uit? Of zou 't toch gewoon toeval zijn geweest, want in eerder stadium zou Spike Jonze nog regisseren, die nu slechts produceerde. Hoe het ook zit een succes is hrt niet. Een flop als het extreem melige Human Nature is de film zeker niet, maar vergeleken met Eternal Sunshine of the Spotless Mind (romantisch), Adaptation (actie) en Being John Malkovich (bizar) is Synecdoche zonder meer de minste van het vergelijkbare kwartet. Zo'n film waarvan men zegt dat je hem twee keer moet zien, maar waar haal je de zin voor nog een keer vandaan? De cast is nochtans hoopgevend, een indrukwekkende parade van steractrices. Catherine Keener, Samantha Morton, Emily Watson, Dianne Wiest, Michelle Williams en Jennifer Jason Leigh zijn de vrouwen in de wereld van Philip Seymour Hoffman. Hij speelt een neurotische, fobische (en dus) ongezonde toneelregisseur. De eerste vijfenveertig minuten vliegen nog betrekkelijk vermakelijk om. Er zijn ogenblikkelijk vloeiende cuts die bewijzen dat het personage van Hoffman (en daarmee de film) een nogal vreemd tijdsbesef heeft. Een pak melk wordt uit de koelkast getrokken en het is alweer maanden later. Hoffman wordt verlaten door z'n vrouw (Keener) die ook hun dochter en stonede vriendin Leigh mee naar Berlijn neemt. Hoffman rommelt wat met Morton, het meisje van de theaterticketverkoop. Het kaartenhuis van de film begint in te storten als Hoffman dan eindelijk begint aan het 'stagen' van zijn nieuwste project. Ik begon me al af te vragen waar 't bleef. Met een geniën-toelage (The Savages!) kan Hoffman een grote hal kopen, waar hij zijn eigen leven begint na te bouwen. Dit idee werd elders vergeleken met Gondry's clip voor Björk's Bachelorette. En daar zit precies de crux. Die clip krijgt in vier minuten voor elkaar wat hier een dik uur ontbreekt. Magie! En toegegeven, ook een beetje duidelijkheid. Al snel valt er geen touw meer aan vast te knopen waar Hoffman mee bezig is. De bedoeling zou je kunnen zeggen, maar wat koop je daarvoor. Steeds vaker is soundtrack-componist Jon Brion nodig om de boel met muzikale stroop te binden, of zelfs emotionele betekenis te geven. Soms gaat het goed, er is een moment dat Hoffman de liefde bedrijft met weer een andere vlam (Williams) als er een menselijke schaduw langs de ramen glijdt en de telefoon gaat. Hoffman neemt op, luistert een seconde of vijf en hangt weer op. Zij vraagt wat er aan de hand is en Hoffman begint te vertellen over zijn vader. (Die dood is) Hij vertelt en vertelt, veel meer dan ooit in die vijf seconden gezegd kan worden. Surreëel en theatraal. De film had er nog zeker vijf (wat het is Kaufman, tien!) van zulke scènes nodig om echt geslaagd te zijn.

Geen opmerkingen: