zaterdag 19 juni 2010
The Brothers Bloom
Er is geen film die ik dit jaar graag (en uit alle macht) goed had willen vinden als deze. The Brothers Bloom moest de Darjeeling Limited van dit jaar worden. Adrien Brody is ook hier aanwezig, Rian Johnson - die alleraardigst debuteerde met Brick - schrijft en regisseert, Mark Ruffalo en Rachel Weisz zijn altijd prima en wat er van de plot doorsijpelde voorspelde ook veel fijns. Broers die bebolhoede oplichters zijn, eentje Stephen (Ruffalo) op zoek naar de beste con en anders wel naar de beste kaarttruc aller tijden. De ander, Bloom (Brody), de twijfelaar die genoeg van dit bij elkaar gefantaseerde leventje heeft. Eén probleempje, de recensies die ik vooraf las waren hooguit gematigd enthousiast, forum-regular (en eens een Subjectivist altijd een Subjectivist) Vido Liber was zelfs zeer negatief. En ondanks mijn fanatieke goede wil zit ik daar wat tussenin. The Brothers Bloom begint nog prima, met de schelmse vrolijkheid die een con film nodig heeft. Twee verweesde broertjes die van gezin naar gezin trekken, ondertussen kattenkwaad uithalend. Hun eerste con heeft precies de juiste sprookjesachtige sfeer, met een "mysterieuze" grot en uiteindelijk een gewiekst verdiende stapel bankbiljetten. Zo hoort het. De film switcht naar volwassen tijden, waar kortstondig een eerste probleem opduikt. Eigenlijk heeft Brody veel meer présence en natuurlijk overwicht dan Ruffalo. Ja, zelfs met de melancholie die in Brody's kop geramd zit. Maar Ruffalo is hier de baas, de 'créateur' en het kost hem ongeveer een halve film om dat te laten overtuigen. Brody zit vanaf het begin in een identiteitscrisis wat onmiddellijk voor een aardige scène op een bankje in de vroege morgen zorgt. Brody vertrekt naar Montenegro om de dingen op een rijtje te zitten, iets wat ie gedurende teveel tijdssprongen een paar keer doet. En elke keer moet hij weer uit Montenegro worden opgevist om de haperende plot verder te doen gaan. Zonde. Stephen, die duidelijk veel van zijn broer houdt, plant, samen met z'n zwijgende totaal niet-grappige Japanse assistent annex explosieven-expert Bang Bang (Rinko Kikuchi) nog een laatste, groots opgezette con, waarmee alles dan afgelopen moet zijn. Hier komt Rachel Weisz (Penelope) in beeld, als steenrijke verveelde jongedame met een gigantische hoeveelheid hobby's, maar zonder leven. Zij valt na wat doorzetten van Brody's kant voor zijn charmes en vertrekt met de broertjes op een boot naar Europa. Op de boot vraagt Brody haar ten dans en verdwijnt even om bij de band het verzoekje Bolero in te dienen. Ineens verandert het licht en in een scène die aan de boot der doden scène uit Woody Allen's Scoop doet denken verschijnt er een (zogenaamd) Belgische antiekhandelaar, die het een en ander over de broertjes verklapt. Als je het verklappen kunt noemen, want vanzelfsprekend is hij ook gewoon ingehuurd, in het verhaal uit de hoed van Stephen. De film had veel meer van dat soort surrealistische scènes kunnen gebruiken. Ik bedenk me dat ik eigenlijk iets vergelijkbaars over Synecdoche, New York zei. Het cruciale probleem van deze film is uiteindelijk een zekere kilheid. Die zit al vanaf het begin in de belichting, de film heeft vrij schelle heldere kleuren, terwijl alles gewoon in een donkergoudbruinrood nostalgisch licht had moeten baden. De look is nu te serieus, dat geldt voor Praag waar een groot gedeelte van de con zich afspeelt, maar al helemaal voor 't einde in Rusland. Daar schieten inmiddels gangsters met machinegeweren op de helden, wat deze kijker doet hoofdschudden. Waar is de schwung uit het begin! Dit is toch geen maffia-film! Johnson had beter naar Le Voleur van Malle moeten kijken, waar de dief (toch ook een soort con artist) eveneens gevaar loopt, maar de film z'n huppelende lichtheid consequent behoudt. Uiteindelijk wil ik Johnson, ten slotte wel een inventief en ambitieus scenarioschrijver, dat nog wel vergeven. Al die gewelddadigheid en explosies zorgt uiteindelijk wel voor een mooi en bitter einde, tussen feit en fictie, precies zoals Stephen zou willen. Dat kan de film echter niet meer volledig redden.
Labels:
films uit de jaren '00,
Rian Johnson
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten