woensdag 9 juni 2010

Winterstilte

Voor een superpretentieuze artfilm waarin de beelden niet verpletterend zijn, de muziek geen indruk maakt en er bovendien nagenoeg niet gesproken wordt, is Winterstilte eigenlijk nog best aardig. (Van Nederlands-Zwitserse makelij) Een supervrome zwartekousenfamilie in een piepklein bergdorpje raakt pa kwijt, hij stort ergens naar beneden, waarna de vijf overgeblevenen (ma en vier brunette-dochters) het verdriet verwerken in de dagelijkse klusjes. De vier doen heel veel dingen synchroon wat bijvoorbeeld een mooie repetitieve scène tijdens het borduren oplevert. Dan prikt er een in d’r vinger. Een druppel dieprood bloed op ‘t maagdelijk witte kleedje. Zozo, wat zou dat toch symboliseren. Inderdaad. Ondertussen lopen er rare Lynchiaanse figuren in geweien rond, als een soort boze geesten. Dat ging me wat te ver (ook wat lukraak) dan liever die bescheiden kunstzinnigheid in huiselijke kring. Ander voorbeeld, ma is kwaad op d’r scharrelende dochter, die voor straf een glaasje water vermengd met Maria-beeld schaafsel moet drinken. Voor een film met een geheel eigen logica is de bloempje in de sneeuw-symboliek van het slot trouwens wel erg simpel.

Geen opmerkingen: