De klassieke Hollywood-roman van West viel tegen, maar een zozo-boek levert vaak een prima film op. Dat hád hier gekund. Sfeermaker Schlesinger en veteraan-scenarist Waldo Salt hebben echter gemeend het boek van a tot z naar beeld te moeten vertalen, waardoor we naar een waar epos kijken. Zonde! Met driekwartier schrappen had dit een mooie Gatsby in Hollywood-film kunnen worden, inclusief die gouden gloed rondom mensen. Qua decadentie lijken de late thirties op de twenties. In Hollywood worden megalomane producties opgenomen en verzamelt de crew zich in de avonduurtjes rond de kinky film-projector. In deze setting introduceert West twee nogal lastig te peilen mannelijke characters. Een jonge production designer, zoals velen op zoek naar zijn 'break', én de bemiddelde, wereldvreemde accountant Homer Simpson (!), prima vertolkt door lobbes Donald Sutherland. De manier waarop de film modernistisch het perspectief verlegt van de eerste naar de tweede is uiterst elegant, met als schakel een kleine zwendelaar. Beide mannen raken verliefd op diens dochter, een kirrende kindmeisje, dat voorlopig enkel 'extra work' doet. Een schare mannen cirkelt om haar heen, terwijl een trashtalkin' dwerg én een spannend hanengevecht voor de peper zorgen. Toch blijft de film afstandelijk, al werken de passages op filmsets en premières logischerwijs beter dan in het boek, en is het einde indringend. Als een Hollywood-droom die Dostojevskiaans uit elkaar spat in waanzin.
maandag 29 augustus 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten