Cool dacht ik, ik lijk best wat op Dustin Hoffman in deze film; slonzig capuchontruitje, simpel petje, ver voorbij nonchalant kapsel. Vervolgens beginnen de buurjongens van 'de marathon man' hem 'creepie' te noemen; vond ik het opeens niet meer zo leuk. Wél hoera, ik spotte hier een sample uit de titeltrack van Bauers Can Stop Singing, een van Neerlands beste albums (en een beetje ondergewaardeerd, niet op Excelsior uitgekomen ten slotte.) De film zelf viel in het begin nog wat tegen. Bleh nazi's! Had ik helemaal niet verwacht in deze klassieker. (Alhoewel, hoe moest er anders een gruwelijke tandartsscène volgen?) Maar waar het vergelijkbare Frantic sterk begint en daarna instort, wordt Marathon Man gelukkig wel beter en beter. En zelfs Laurence Olivier (de nazi) die in New York diamanten komt halen ('Is it safe?') heeft nog een geweldige scène, lopend door de joodse diamantenbuurt, overal mensen met cijfers op polsen, zelfs voordat een dame hem uit het kamp herkent voel je de angst die de man moet uitstaan, heerlijk unheimisch. Het einde van de film is vooral meta-leuk. Het Dustin-personage is totaal geweldloos, maar je weet dat zijn nemesis moet gaan sterven, hoe gaat de film dat oplossen? Het lukt prima. Wel jammer dat het hele marathon-aspect niet meer is dan zeer oppervlakkige decoratie, al holt Dustin dan de hele film, belangrijk voor het plot is het geenszins.
maandag 22 augustus 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten