dinsdag 30 augustus 2011

Take Care of My Cat

Aangenaam maar vrij vlak Koreaans niemendalletje, met Bae Doona, dus ik ga sowieso niet klagen. (Al is ze hier wel érg bleekjes, alleen letterlijk dan hè.) Ze is onderdeel van een groepje hartsvriendinnen, dat klaar is met de middelbare school en het dan allemaal niet meer weet. Seks of vriendjes speelt in Korea bij meisjes van begin twintig kennelijk geen rol, maar aan een vervolgopleiding lijkt ook niemand zich te willen wagen. Het gevolg is een soort vroegtijdige St. Elmo's Fire-crisis. (Een film met exact dezelfde sfeer, het wintert hier ook.) De film had het de kijker makkelijker moeten maken door overbodige comic relief-tweeling uit het vriendengroepje te schrappen. (Of je moet het leuk vinden dat ze de hele film synchroon bewegen.) Blijven er drie meiden over; een queen bee, die op d'r werk in de effectenhandel onderaan de ladder staat, een depressief meisje met een immigranten-achtergrond, én Bae Doona dus, een manusje van alles met een veel te groot hart; onder meer voor fabrieksarbeiders uit Myanmar. De film concentreert zich gaandeweg wijselijk op de vriendschap tussen de laatste twee, wat voor melancholische passages zorgt in de sloppen van Inchon, het Koreaanse Rotterdam. WTF-momentje, ergens klinkt een K-pop liedje dat verdraaid veel op Fireflies van Owl City lijkt. Dus toch meer invloeden dan alleen The Postal Service. Mede-Subjectivist Olaf merkte terecht op dat in hetzelfde genre Strawberry Shortcakes een betere keuze is.

Geen opmerkingen: