donderdag 18 augustus 2011

Café Lumière

Het wordt me duidelijk dat ik Hsien het meest waardeer als ie zich buiten Taiwan begeeft, denk aan het Parijs van Le Voyage du Ballon Rouge. In dit geval is het Japan, al heeft hij zijn best gedaan om er nog wat Taiwan in te smokkelen. (Een Taiwanees vriendje dat buiten beeld blijft, en een Taiwanees-Japans-Chinese componist speelt een rol om de personages in beweging te houden.) Ik ga niet zeggen 'het plot voortbewegen', want dat is er niet echt. Waarom het meisje in de film onderzoek doet naar deze componist blijft ook onduidelijk (ze is zeker geen studente.) Maar, even opnieuw beginnen. Café Lumière is eerst en vooral een hartverwarmende ode aan Ozu (die ik bijna leuker vind ín odes, vreemd genoeg.) Zelfde soort shots, en ook dat Tokyo Story-thema van ouders die ouder worden (tja, dat doen ze) en hun kinderen op komen zoeken. Prachtig humaan, met de archetypische zwijgende vader. Maar het allermooist aan deze film is de platonische liefde tussen het meisje Yoko en haar nerdy vriendje. De jongen runt een boekwinkel én is audiofiele treinspotter. (Eindeloos veel heerlijke shots van treinen dus, zowel van binnen al reizend, en buiten.) De film eindigt met een plaatje waar ik uren naar zou kunnen kijken. Maar goed, die innige vriendschap dus. Het meisje wil het duidelijk platonisch houden, maar voor de jongen is het (zoals voor alle jongens) toch een beetje edgy. Hij dropt genoeg hints, maar gelukkig gebeurt daar niets mee. Het blijft fragiel. Bovendien is het meisje al zwanger! (Wat net als haar componistenprojectje nauwelijks wordt benadrukt.) Gottegot, je kan er duizend woorden over tikken, maar uiteindelijk gaat het om het gevoel dat je al de mensen hier in de film een knuffel wil geven. En het aftitelingsliedje (gezongen/gesproken door de hoofdrolspeelster, een popster in Japan) is ook al zo lief. Beste Hsiao-hsien!

Geen opmerkingen: