maandag 15 augustus 2011

All the King's Men

Had jaren terug de remake wel eens gekeken, toen met een stevige cast waaronder Mark Ruffalo, Sean Penn en Patricia Clarkson. Robert Rossen doet het in de forties met onbekende namen en een wat schevige film noirige hoofdrolspeler, John Ireland. Hij speelt een journalist die een nieuw politiek talent (Broderick Crawford) tegenkomt. Een boerenkinkel die zegt waar het op staat, ja, een ware populist. Interessant genoeg lijkt de man in het begin een domme marionet van zijn vrouw. Vanaf het moment dat een glimlach om zijn lippen speelt na een dodelijk ongeluk (wat wél zijn gelijk bewijst) weet je dat het een foute kerel is. De politicus bespeelt de massa, bouwt als die ene Duitser nieuwe wegen voor Louisiana. De grote sprong voorwaarts, maar tegen welke prijs? Het spijtige is dat de film in de loop van de tijd de journalist wat uit het oog verliest. En dat terwijl juist hij het interessantste personage is, met juist een rijke achtergrond, en een society-dinnetje, die ook weer (net als hijzelf trouwens) wordt ingepalmd door de gouverneur. De journalist lijkt dat allemaal niet te deren. Uit wraak op zijn elitaire familie misschien. (Had Wilders eigenlijk rijke ouders, hmm.) De merkwaardige kronkels van cinema: A Face in the Crowd (wat het veel ongeloofwaardige verhaal vertelt over de rise van een Tom Waits-achtige zwerver tot politicus) is ondanks het moeizamere uitgangspunt toch stukken beter. Daar zal wel geen Pulitzer prize winning boek achter zitten, neen, slechts een kort verhaal, altijd handiger in cinema.

Geen opmerkingen: