dinsdag 23 augustus 2011

Catch-22

Leek eerst een soort MASH te worden, een oorlogje of twee eerder, maar deze film van Mike Nichols is toch eigenlijk te absurd om voor lach of ik schiet-komedie door te gaan. Tegelijkertijd is MASH hierbij vergeleken realistisch, misschien omdat Catch-22 allemaal maar een psychedelische doodsdroom is van het hoofdpersonage? Interessant en vreemd is het dus wel. Op scèneniveau zijn er vele pareltjes te bespeuren, maar als geheel vond ik het toch net te sloom. Alan Arkin is een piloot in een squad, heeft al teveel missies gevlogen, en wil gewoon naar huis. Maar ze laten hem (en zijn maten niet gaan). Hij probeert van alles, missies verknallen ('A direct hit on the ocean!') en simpelweg zijn uniform niet meer aandoen bijvoorbeeld. Maar Orson Welles reikt hem gewoon zijn medaille uit. Dat je naakt bent moet ie zelf maar weten. (Ook letterlijk in de boom gaan zitten helpt niet.) Dan maar een favor voor de dokter doen; familie van een stervende is over komen vliegen vanuit Amerika, maar de jongen is al dood. Speel jij hem even. 'Och Harvey jongen' 'Ik heet Sargossian', de familie neemt het zonder problemen aan. Songs From The Second Floor-achtig maf eigenlijk. Roy Andersson zou ook eens een oorlogsfilm moeten maken. Ondertussen zet een van de squad-leden een handeltje op (o.a. in lastig te slijten katoen!) dat langzaam uitgroeit tot een ware enterprise, haast een vooruitziende blik op de huidige Amerikaanse oorlogen met huursoldaten en private companies.

Geen opmerkingen: