dinsdag 2 augustus 2011
Sansho the Bailiff
Cinematografisch achteloos perfecte Japanse klassieker. Elk plaatje een fraaie compositie. Veel Japans natuurschoon, dat helpt natuurlijk. Wat een Bailiff nou precies is, daar ben ik eigenlijk nog niet uit. Sansho is een ordinaire slave driver met een plopperdeplop-baard. Twee aristocratische kinderen vallen na de verbanning van hun vader in Sansho's handen, en groeien onder zijn harde hand op, op zijn kolchoz. In het eerste shot na hun aankomst poetsen slavenmeisjes de vloeren, later geëerd door Miyazaki in Spirited Away. De mooiste en aangrijpendste vijftien minuten van de film komen als een nieuw aangekomen meisje een liedje vol moedersverdriet zingt, met daarin de namen van de inmiddels volwassen kinderen. Ineens denkt het duo weer aan vroeger, aan hun moeder, en het zusje overtuigt haar broertje haast woordloos te ontsnappen, in een echo van een gezamenlijke jeugdherinnering. (In typische Japanse stijl offert ze zichzelf later op.) Nu ging ik er eens echt goed voor zitten, de film werd ten slotte beter en beter, maar het broertje acteert nogal hysterisch en irritant. Hij jengelt zich terug in aristocratische kringen, wil als gouverneur de slavernij afschaffen, maar op de een of andere manier deed het me steeds minder. Zelfs als de film wijselijk dat, toch wat clichématige. 'politieke carrière uit wraak'-pad weer verlaat voor een laatste bezoek aan moederlief.
Labels:
films uit de jaren '50,
Kenji Mizoguchi
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten