dinsdag 1 juni 2010
Bad Boy Bubby
Nederland heeft zoals bekend tot op heden bijzonder weinig bijgedragen aan de wereld der cinema. Paul Verhoeven, Rutger Hauer, die documentairemaker met maoïstische sympathieën wiens naam me even niet te binnen schiet en een paar druppels bloed in 't frêle lijf van Audrey Hepburn. Aan die lijst kan Rolf de Heer worden toegevoegd. Als we tenminste zijn acht eerste jaren in Heemskerk mee mogen rekenen. Daarna vertrok hij (met pa en ma, neem ik aan, en niet in zijn eentje in een zeilboot) naar Australië. De Heer heeft niet al teveel films op zijn naam staan, treedt ook vaak op als producer, maar heeft met Bad Boy Bubby wel een van de meest gedenkwaardige en provocatieve films gemaakt die ik in tijden zag. Ik denk niet dat er een film bestaat die op zo'n consequent doorgetrokken wijze van extreem donker naar vederlicht gaat. Bad Boy Begint als sci-fi horror. Althans het lijkt erop dat de film in een apocalyptische toekomst speelt. Een dikke oude vrouw leeft met haar pakweg dertigjarige zoon in een kamertje. De vrouw verlaat de kamer enkel met gasmasker, want buiten is 't giftig. Des avonds berijdt ze haar zoon, in wie ze verder niet geïnteresseerd is. Zolang ie maar luistert en geen vin verroert is 't goed. Dan vindt Bubby een kat. Hoe kan die dan buiten leven vraagt ie. "Cats don't breathe". Na jaren komt er nog een bezoeker. Het is pa. "You can call me Pop!" Pa vindt Bubby volkomen terecht een rare snuiter. Maar Bubby vindt Pop nog veel vervelender, waarom doet die het ineens met z'n moeder? In zo'n simpele setting is het duidelijk dat Bubby op een gegeven moment met pijn en moeite z'n bedompte kamertje moet verlaten. In een van de allereerste momenten op straat komt hij een koortje van 't Leger des Heils tegen. (Net Man Without A Past) Bubby begint mee te zingen, een fantastische scène die De Heer nog wel even had mogen rekken. Bubby wordt door een van de leden opmerkelijk liefdevol ontvangen, zoals hij sowieso met veel wegkomt bij vrouwen. (Hij heeft een oedipale fascinatie voor grote borsten) Bubby loopt als een groot kind door de wereld, hij citeert als een papegaai zinnetjes uit de jukebox van zijn leven, wat meestal bijzonder grappig uitpakt. De Wikipedia-pagina staat niet voor niets vol quotes. En dan komt Bubby een band tegen. En hij leek al op Nick Cave. En hij was al net zo getikt als Ian Curtis. Dat wordt een hit!
Labels:
films uit de jaren '90,
niet te missen,
Rolf de Heer
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten