maandag 18 juli 2011
Fallen Angel
Zeer zwakke film noir, en dat zegt wat als ik dat vind. Dana Andrews speelt een van de kloterigste noir-helden ooit. Boers, eikelig, totaal niet de charmeur die hij zou moeten voorstellen. Richting het einde heeft hij een spinstertje zo het hoofd op hol gebracht dat die I Love You I Love You schreeuwt en Andrews is eigenlijk net zo verbaasd als de kijker. Hij was dan ook uit op de liefde en lusten van een heel andere dame, een serveerstertje. Dat is dan weer wel begrijpelijk, want deze typische b-film heldin knippert koket met de ogen en draait gewaagd met rondingen, ze zoenen zelfs midden in de disco en dat in '45 ofzo. Hun eerste ontmoeting, als Andrew blut in haar cafe belandt, is nog wel aardig. Het meisje date met het hele dorp, draait als voorbereiding steeds hetzelfde zwoele liedje op de jukebox, en Andrews wil ook wel. Hij blijft dus maar in het dorpje hangen, 'teamed up' met een duo con artists, die een soort Rasta Rostelli-show presenteren. (Het medium lijkt op voetbaltrainer Michel Preud'homme.) Voelt goed fout aan, bedenk dat An en Eefje na een bezoekje aan Rostelli door Dutroux van de weg werden geplukt. (Zulke nare dingen zouden alleen in films mogen plaatsvinden.) Maar de con artists verdwijnen helaas uit het plot, Dana Andrews blijft hangen, en uiteindelijk valt er toch een dooie. Op dat moment is de film het allang kwijt, in een wirwar van mislukte plotjes, die in de laatste tien minuten in uitgebreide expositie moeten worden opgelost en uitgelegd. Echt heel slecht hoor, met Andrews die meer dan de helft van de tijd op de vlucht is en dan ineens een deux ex machina-achtig idee heeft, zodat de film beëindigd kan worden. Gelukkig maar.
Labels:
films uit de jaren '40,
Otto Preminger
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten