zondag 10 juli 2011

The Warriors

Vermakelijke, malle film. Cultgekkigheid met een behoorlijk budget en regie van Walter Hill. Waar zie je nou een film die de eerste vijf minuten begint als een Sporenburgse trip, met aftandse metro's badend in vaalblauw licht, dromerige synthesizers op de soundtrack en coole negers, om in de volgende minuten in no time in de favoriete film van de Insane Clown Posse te veranderen. Inclusief Kiss-achtig geschminkte gangsters in baseball-outfits. (Met knuppels!) Gaandeweg de film voegen we daar nog Tarantino-goofball-humor aan toe en krankzinnig (expres slecht?) acteerwerk. Kortom, een tripje. 'The girls are packed!'. Een of andere spaced out oppergangster by the name of Cyrus (de film zit vol Grieks mythologische referenties op de 300-manier) organiseert een speech-momentje, - 'caaaaan you dig it?' - dat met 60.000 bad guys natuurlijk in chaos ontaardt. The Warriors, een crew uit het verre (plattelandse?) Coney Island, gekleed in hippie meets cowboy-achtige hesjes, wordt beschuldigd van het aanstichten ervan. Dat wordt matten! O.a. met de ware, hilarische slechterik, een op Kurt Cobain lijkende ziekerd. Ook noemenswaardig is de zieligste crew; The Orphans, in vaalwitte popjournalistenshirtjes, die wel een stoere latina-chick leveren... Dit alles gebracht met de tong in de wang, op cartooneske wijze, of beter gezegd, als pulpstripboekjes. De film ziet er ook écht uit als een comic, inclusief af en toe opduikende kadertjes en tekeningen. Heel fraai gedaan, bijvoorbeeld als onze helden op een bepaald moment wederom een 'end of the line'-metro uitstappen. (De melancholie van de ondergrondse zeg maar). Curieus genoeg blijkt de film níet op een stripboek gebaseerd, maar op een gewone roman, schijnbaar heel wat diepzinniger dan wat er door deze filmfilter van is blijven hangen. Niet getreurd. Dit is gewoon een echte jeugdfilm, inclusief een dj (denk American Graffiti) die de boel aan elkaar praat en de plaatjes draait. Op de soundtrack treffen we een rare mengeling van MOR en funk, met als hoogtepunt de "titelsong" In The City van Joe Walsh. Daar moet ik eens meer van horen. Zijn liedje werkt in elk geval perfect, bijvoorbeeld aan het eind, op het strand. Back on the home plate, in het verlaten pretpark Coney Island. 'When we see the ocean we figure we're home'. Gewel(da)dig.

Geen opmerkingen: