Eddie
G. noemen ze hem op TCM liefkozend. Het lijkt wat onwaarschijnlijk voor een lelijke kerel die meestal slechteriken vertolkte. Maar iets in
Edward G. Robinson is inderdaad knuffelberig. Alsof hij met een
brede grijns de film binnen is komen rennen, even zijn ding doet, en dan
weer naar het volgende verhaaltje verkast. In A Slight Case of Murder
is de lol helemaal gerechtvaardigd, want dit is een vroege
gangster-komedie. Eddie neemt zijn eigen imago op de hak. Hij speelt een bierbaasje dat rijk is geworden in de tijd van de drooglegging, en nu 'legit'
probeert te wezen. Da's nog niet zo eenvoudig, als je product naar lauwe
pis smaakt! (En arme Eddie heeft geen idee, want drinkt zelf niet!)
Niet alle grappen zijn raak, zo was ik de Keeping Up Appearances-act van
'mevrouw Robinson' al snel zat. Ze corrigeert zichzelf continu als ze
in gangster-taal vervalt, en probeert de handlangers af te richten. Die
kompanen zijn dan weer wel droog, en vormen met zijn allen een
Tarantino-mob avant la lettre. 'Kan ik er niet eentje in de keuken
bewaren, dan bedenk ik later wel wat ik er mee doe', vraagt een van hen
als ze opgezadeld zitten met wat lijken. A Slight Case of Murder barst
uit elkaar van de personages, zo lopen er ook nog een weesjongen en een
potentiële schoonzoon rond. Alles komt tezamen voor een sentimenteel
schuimfeest. dat eindigt in een Pistorius-tafereeltje. Jawel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten