maandag 5 augustus 2013

Journal d'un Curé de Campagne

Paar weken terug mijn veel te lange manen af laten knippen. Was wel tevreden met het nieuwe kapseltje, maar in deze Bresson spotte ik ineens een gelijkenis met het vrome priestertje. Oei. (En dat was nog voor het Grote Lijden van de man begon.) Inderdaad, dit is een ekte ekte katholieke film. Nu is Bresson goed met religie, dus de film is zeker te doen. (En is zelfs een beetje Stendhaliaans in de grootse en tevergeefse poging van het hoofdpersonage iets zinvols te doen.) De bleke en bleue priester begint aan zijn eerste job. De jongen is perfect gecast, hoeft zelf ook niet veel te acteren - want massa's voice-over - en hoeft dus enkel zijn Dreyer-achtige heiligengezicht laten spreken. Niet zo vreemd dat Bresson zich later óók aan Jeanne d'Arc waagde. Erg veel mensen komen 'r niet naar zijn kerk, en het dorp heeft ook geen zin in de veranderingsdrift van de priester. Hij probeert als een strikte Ratzinger tevergeefs moreel hoogstaande principes op te leggen, maar worstelt daarbij vooral met koppige vrouwen. Zoals een oudere collega zegt (een bijbel-citaat neem ik aan) 'de nacht wist uit wat we in de dag hebben bereikt.' De priester faalt niet alleen op geestelijk niveau, zijn lichaam begint ook op zeer indringende wijze kapot te gaan. Daarin is de film misschien nog wel het mooiste. In een kalme aftakeling. Zonder fanfare.

Geen opmerkingen: