zaterdag 3 augustus 2013
The Man Who Came to Dinner
And
never left. Ontzettend flauwe dorpsklucht, die almaar lawaaiiger en
leuker wordt. Ik zat eerst nog ingetuned op een soort The Little Foxes. Het
huis waar alles zich afspeelt ís posh, en er zijn ook hier grappen rond
een rolstoel. Maar achter de grappen zitten in deze lekker cynische
kerstfilm enkel nóg meer grappen. Een egomane schrijver (Monty Woolley)
arriveert - voor een schnabbeltje - in het door hem gehate Midwest. Tot
overmaat van ramp gaat hij door winterse omstandigheden op zijn muil,
waarna hij de villa van zijn gasten in bezit neemt. Die renden eerst nog
als slaven rond, maar komen er al snel achter wat voor vreselijk sujet
deze man is. En die grijns! Hij lijkt Varg Vikernes wel. De VIP wordt
bijgestaan door Bette Davis als aimabele no nonsense-secretaresse, die
alles (en vooral haar baas) onder controle heeft. Totdat ze verliefd
wordt op een plaatselijke journalist. Das kann nicht so sein, meent de
Grijns, die een en ander met hulp van Ann Sheridan probeert te
versjteren. Chaos is het gevolg. Het aanstekelijke ervan wordt vooral
bewezen door de late aankomst van ene 'Banjo'. Jimmy Durante's
onvoorstelbaar krankzinnige eerste minuut is het hoogtepunt van de film.
Hop, daar gaat het verpleegstertje! 'Put that woman down. That's my
nurse, you mental delinquent!'
Labels:
films uit de jaren '40,
William Keighley
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten