dinsdag 13 augustus 2013

The Jazz Singer

Verplicht geschiedenislesje voor de cinefielen, omdat dit de eerste 'talkie' is. Al gaat het qua stemmen nog vooral om liedjes, zodat het lijkt alsof iemand af en toe een oude lp opzet. The Jazz Singer is ook berucht door een blackface-scene, sterker nog, dankzij Spike Lee is dat het eerste wat me bij de film te binnen schiet. Geinig dus dat de film over joden blijkt te gaan, en met evenveel (of meer!) recht The Jewish Singer had kunnen heten. De dilemma's der assimilatie... De eerste tussentitel vertelt over een cantor 'stubbornly holding on to his old ways'. Zouden ze dat van christenen ook durven zeggen? Een van de laatste tussentitels gebruikt dan weer het woordje 'queer' als een neerbuigend werkwoord. Ach ja, zolang Lubberding nog over 'negertjes' kan spreken... Serieuzer, over joden is de film eigenlijk heel respectvol. Zowel de oude cantor als zijn beoogde opvolger (tevens zoon) zingen authentieke synagogue-liedjes. De jongen voelt echter meer voor de showbiz, en het volgende uur probeert hij het daar te maken. Die fase is me te langdradig. Pas als pa en ma weer opduiken wordt de film mooi. De beste sequentie is per ongeluk postmodern. Zoon komt thuis en speelt al babbelend met ma een van zijn Broadway-liedjes. Fundi-pa duikt op en schreeuwt 'STOP', zijn enige woorden in de film. Prompt schakelt de film weer over op tussentitels! Alsof het werkelijk belangrijke onzegbaar moet blijven.

Geen opmerkingen: