'Taal van klussers onderling', vroeg
Steenhuis ooit in een cryptogram. In Moonlighting wordt genoeg Pools
gesproken, maar het is duidelijk níet de bedoeling dat we het
verstaan. Het gaat de film om vervreemding. De kijker moet zich net
zo gedesoriënteerd voelen als hoofdpersonage Jeremy Irons. Hij is
begin jaren '80 met wat maten vanuit Warschau naar Londen gereisd. Ze
lijken genoeg spullen bij zich te hebben voor een spectaculaire
bankoverval, maar komen probleemloos door de douane. 'Are you a
member of Solidarity?' vraagt een beambte. 'No', antwoordt Irons.
'That was the only true answer I gave him.' Irons is de enige van de
groep die een beetje Engels spreekt, maar hij doet dat wel met een
akelig dik accent. Knap staaltje van de acteur, maar voor de kijker
(of beter luisteraar) ietwat ergerlijk. Het gaat ook niet om de
woorden. Regisseur Jerzy Skolimowski (van het heerlijke Deep End)
probeert hier een tragische Tati in ballingschap. Mannetjes tegenover
machten die ze te boven gaan. De Poolse bouwvakkers laten een 'puinbakkie' komen,
waar de buren prompt ook hún rommel in beginnen te smijten. Als een truck de
overvolle container komt halen moet de helft er weer uit, maar zodra men ermee wegrijdt gooien de bouwvakkers alles weer
terug erin! Zo lijkt de film misschien Kaurismäki-vrolijk, maar de twijfelende
Irons ontpopt zich tot dief én matig dictator. Vul zelf de metafoor
maar in.
zaterdag 31 augustus 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten