vrijdag 2 augustus 2013

À Nous la Liberté

Zelfs Tati's Playtime kwam in al zijn geconstrueerde intellectualiteit niet helemaal uit het niets, natuurlijk. À Nous la Liberté van niemand minder dan René Clair (uit 1931!) blijkt een overduidelijke invloed. Dat bewijst nog maar eens dat Clair (van het heerlijke Le Million) een bijzonder goeie filmmaker is geweest. Liberté is een hele hoop tegelijk. De film begint als een gevangenis-musical. Geen dialogen, enkel zang. De mannen bouwen in de werkplaats speelgoedpaardjes (een typisch vreemd detail voor de film) en vervolgens wordt er een half-geslaagde ontsnappingspoging gedaan. Fascinerend minimalistisch in beeld gebracht. Het is bijna Escher. Met een laatste grote sprong belandt de inmate buiten. Op een fiets. In de Tour! Komt dat rugnummer op zijn gevangenispakkie even mooi uit. Hoe geweldig wil je het hebben! Buiten wordt de film na nog wat mooie stunts almaar maffer. Beide hoofdpersonages belanden in geheel verschillende rollen in een grammofoon-fabriek, wat Clair de kans geeft het leven in de fabriek met dat van de gevangenis gelijk te stellen. Er is een typisch silent movie-meisje waar men omheen kringelt, en er zijn een hele hoop Chaplineske lopende band-grappen. (Chaplin jatte ze, volgens sommigen.) Het enthousiasme nam bij mij wat af, maar het bijzondere denkraam van Clair blijft glashelder overeind.

Geen opmerkingen: