zaterdag 10 augustus 2013

Dont Look Back

Bob Dylan is de meest onwaarschijnlijke popster. Zelf ontkent hij er dan ook een te zijn, in deze sixties-film van Pennebaker. Maar wat ontkent hij eigenlijk niet? Provocerend, zuigend, en altijd maar tegenvragen stellend loopt de Grote Snerprechter hier door Engeland. De docu opent met die bekende sequentie waarin Dylan met een stel papiertjes in de weer is. Daar kun je ook goed zien waarom de man wél die x-factor had. Het is een en al attitude. Een echte baas. Aan de onnavolgbare teksten (Van Dyke Parks-achtig in hun moeilijkdoenerij) en de rudimentaire muziek heeft het echt niet gelegen. Wie wil er nog een mondharmonica horen na deze film? Geintjes daargelaten is dit een geweldig portret. Prachtig intiem geschoten met handheld camera's. De kijker zit samen in de taxi met Joan Baez en Dylan. Buiten zijn er die Bieber-toestanden: 'Will someone get that chick off the car!'. Beste passage is een combo van drie meesterlijke scenes. Eerst is daar Dylan versus een interviewer. Dylan zet de arme jongen op Socratische wijze helemaal schaakmat. Hij laat hem aan alles twijfelen. Plato had geen betere dialoog kunnen bedenken. Dan wordt Dylan uit de kleedkamer geroepen en ontmoet hij een lokale adellijke dame, waardoor we even in die Engelse klasse-maatschappij belanden. Een scene later doet de vriendelijke Alan Price zijn best op de piano, het is een lieve situatie. Te lief voor Dylan, die Price begint de stangen hoe het toch met The Animals zit. Iedereen moet continu on the edge zijn. Oh Mercy!

Geen opmerkingen: