donderdag 1 augustus 2013

Southern Comfort

Deliverance all over again. Opvallend toch, dat de op vrijheid beluste Amerikanen zo zenuwachtig worden van mensen die écht onafhankelijk in de swamps wonen. Die schavuiten durven het hier zelfs tegen het leger op te nemen. Nou ja, leger. In Southern Comfort wordt de national guard van Louisiana op oefening gestuurd. Een oorlogsfilm zonder oorlog dus. Gewapend met blanks, die echter niet zonder gevaar blijken. Zo'n guard wordt natuurlijk gevormd door overenthousiaste legerfreaks, paradijsvogels en mensen die 'r met tegenzin in verzeild zijn geraakt. In de laatste categorie treffen we ook de twee hoofdrolspelers: Keith Carradine (“I'm just a city boy”) en de new guy, tevens Texaanse buitenstaander. Deze karakterkop wordt vertolkt door een kerel met de prachtige krachtnaam Powers Boothe. Een eikel, net als de rest van de patrouille, een pluspunt. Al snel komt de kerels in conflict met de banjo boys. (Het is alsof ze de Felice Brothers in het bos hebben losgelaten, stelletje baardige trappers.) Het plotje wordt langzaam chaotischer en gewelddadiger... Dit is een Walter Hill-film ten slotte. Ry Cooder rammelt op de cajun-snaren, en de finale is groots. Eindelijk de langverwachte accordeon. Laissez les bon temps rouler! Alleen is de definitie van bon temps van de swamp rat een tikkeltje... anders.

Geen opmerkingen: