dinsdag 5 juli 2011
Peppermint Candy
Het begin van de bloeiperiode van de Zuid-Koreaanse cinema zegt men. Na inmiddels toch een behoorlijk aantal Koreaanse films gezien te hebben, begin ik wel te merken waar die jongens van houden. Politiegeweld! Melodrama! Als er een persoon in coma ligt, kan die nog wel een traantje laten, dat soort dingen. Dit klinkt wat cynisch van me, en ik vind ook wel dat de film in hysterie wat tandjes terug had kunnen schakelen, maar toch werkt het wel weer aanstekelijk. En de structuur (gaat ie weer) is leuk, een achterstevoren vertelt verhaal van een mislukt leven, en wáár zit nou de kiem. De jongen blíjft maar een eikel. Als zijn jeugdliefde hem een fotocamera geeft, mot ie die niet. (En daarvoor en dús daarna, als diezelfde camera wéér in zijn bezit komt, verpatst ie 'm meteen.) Toch, hoe verder we teruggaan hoe tragischer het wordt en uiteindelijk begrijpen we hem. De episoden worden verbonden met een achteruitrijdende trein (inclusief melancholisch cheesy deuntje). De treinrit des levens zeg maar. Er zijn momenten die aan Platform doen denken, de Koreaanse jeugd in de dictatuur van de jaren '80 is niet zoveel anders dan de Chinese. Veel dansen en zingen en leren fietsen. Natuurlijk vond ik het serveerstertje met staartjes, een andere love interest van het hoofdpersonage, weer het leukst.
Labels:
Chang-dong Lee,
films uit de jaren '90
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten