maandag 22 juli 2013

An Unmarried Woman

Met heel wat Altmans en Bergmans tussen Eberts seventies-favorieten schept een film uit 1978 (zeker met zo'n titel) verwachtingen. En die worden redelijk waargemaakt. De vrouwen van Altman, de huwelijken van Bergman. Deze film is wel betrekkelijk mainstream, met Bachariaanse neukmuziek en idem dito sensuele plaatjes. De pijn wordt er niet keihard ingewreven, maar aan de andere kant is een scheiding ook een 'first world problem'. Alan Bates speelt de echtgenoot die vreemdgaat. Moderne tijden zijn aangebroken. Hij is het zélf die in huilen uitbarst als hij het opbiecht. Zijn werkende vrouw (een Maggie Gyllenhaal-achtige Jill Clayburgh) is geschokt maar herpakt ze zich de rest van de film langzaam. Ergens zit ze met haar vriendinnengroepje nostalgisch te doen over de sterke vrouw uit de cinema van weleer, maar in de seventies waren dat soort femme fatales gewoon niet meer nodig. De beste scenes zitten net na de scheiding. Elke man rúikt dat de dame weer beschikbaar is. Zelfs (of juist!) de dokter. De eerste man erná is natuurlijk altijd de verkeerde, al is het Hollywood conservatief-jammer dat juist die scene de enige vol expliciete lust is. Maar snel daarna verschijnt een Daniel Day Lewis-achtige schilder (wild, baard) en hij is wel de goeie. Zonder dat de vrouw zichzelf uit het oog verliest. Ben benieuwd wat Ebert van The Hours vond, want er zit een prima moeder/puberdochter-relatie in de film. Opvallend trouwens hoe ook 'oudere' kinderen in films altijd maar kleiner blijven dan hun ouders.

Geen opmerkingen: