maandag 15 juli 2013
Michael
Oef.
Verschrikkelijke film, maar ook verschrikkelijk goed. Ik was na dertien
minuten al kapot. We zien hoe een jongetje zijn dagelijkse lunch klaarmaakt, in de keldercel waar een pedofiel hem gevangen houdt. De verkrachtingen,
ze zijn erg, maar die eenzaamheid. Haunting. Het knappe is dat de film
daarna meer over de dader gaat, en dat op een uiterst kalme manier. Hij
is een monster, maar ook een mens, die bovengronds een betrekkelijk
normaal leven leidt. Langzaamaan zien we hoeveel moeite hem dit kost. De
man is een perfectionist, die kritiek noch falen duldt. Wellicht dat
hij zich daardoor in zijn huis heeft afgezonderd, waar hij het jongetje
als een soort huisdier (of nog beter levende 'stressbal'?) gevangen
houdt. De huiveringwekkende scenes blijven ondertussen komen, van een
uitstapje mét het kind, tot een uitstapje zonder (op skivakantie). De
allerergste sequentie is de nieuwe poging een slachtoffertje te maken.
Het zijn van die dingen die je eigenlijk niet eens wilde weten. Zo gaat
dat dus, de gedragingen van Wik en Cees bij die Parkmoord, en natuurlijk
van de Oostenrijker die Natasha Kampusch kidnapte. De trein die aan het
einde voorbij raast lijkt een referentie aan het einde van dát verhaal.
Het einde van Michael is bijna spectaculair, en zorgt voor een doodeng
slot, waar ik als kijker de familie bíjna de pijn wilde besparen. ('Look
under the floordoards for the secrets I have hid')
Labels:
films uit de jaren '10,
Markus Schleinzer
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten