woensdag 17 juli 2013

Overlord

War reminiscing op zijn Brits. Hier misschien niet zo intellectueel en consequent arty als War Requiem, dat werd gebaseerd op een muziekstuk van Benjamin Britten, maar in alle kalme chaos is ook Overlord een intrigerende film. Wederom met goeie muziek trouwens: strijkers van Paul Glass, en een plots oorlogsliedje middenin. 'We don't know where we're going 'til we're there.' Overlord wisselt een handjevol dialogen af met documentaire beelden uit het 'Imperial Museum'. Het ritme is passend langzaam, want net als in Jarhead is oorlog voeren hier vooral een kwestie van wachten. Wat er gaat gebeuren, en wanneer, niemand lijkt het te weten. Het geschreeuw van de officieren op trainingskamp is ondertussen wel Full Metal Jacket-fanatiek. (Nooit zo smakelijk 'front, centre, reaaarrrr' gehoord.) Maar Overlord scoort (als een goeie Fuller-film) vooral in het zinnelijke. Met de dienstplicht en zeden van die tijden stuurden ze maagden de oorlog in. 'Wie wacht er thuis op je?', vraagt een wat oudere soldaat aan het hoofdpersonage. 'Mum and dad I suppose. And Tina'. 'Aha! Tina heeft vast prachtborsten he! 'She's a cocker spaniel.' Later vindt het verlegen hoofdpersonage alsnog een echt meisje. En wat voor een. Een hele lieve scene rond een dancehall volgt, maar is slechts de setup voor het het even poëtische als bittere slot. Doodgaan kun je ook maar één keer voor het eerst. 'Shall I show you how to prepare the dead?'

Geen opmerkingen: