zondag 28 juli 2013

Wake in Fright

Akelig goede Australische seventies-film, ook daar dus de golden age der cinema. Wake in Fright is zo'n film waarin het hoofdpersonage in de cel die de wereld heet gevangen zit. Zelfs in de ultieme ontsnappingsdaad faalt hij. In de openingsscène zien we de Lawrence of Arabia meets David Bowie-achtige man de tijd wegzwijgen tot de les voorbij is. Hij is leraar in de outback, en blij dat het schooljaar om is. Via het kleinste treinstationnetje uit de filmgeschiedenis zet hij koers naar de bewoonde wereld. Ver komt hij niet. Het eerste wat grotere stadje dat hij tegenkomt – dromend van Sydney – zuigt hem naar binnen, en laat hem niet meer gaan. De eerste poortwachter is een oververhitte receptioniste en zij zet de toon voor waanzin. Net als James Caan in The Gambler raakt de docent in de ban van een uiterst simpel gokspelletje. Het gokken is echter slechts een van de vele excuses voor drank. Nagenoeg de gehele rest van de film is één groot drankgelag. Cassavetes had het niet beter gedaan. En waar bij hem de drinkebroers nog vrienden zijn, is daar hier echt geen sprake van. De 'little devils' blijven hun nieuwe kompaan maar glazen brengen, en met zijn allen belanden ze van de ene in de andere trashy situatie. Marianne Thieme mag de film absolúút nooit zien, want ze zou voorgoed getraumatiseerd raken. De mededeling in de aftiteling wrijft slechts zout in de wonden. Bier, pillen, geweren, hitte, kangoeroes. Het is intens.

Geen opmerkingen: