Elk land zijn eigen
Tarantino-komedie, het is een bekend verschijnsel. Noorwegen hadden we
nog niet gehad, geloof ik. Bij deze. Het land is eigenlijk iets te kil
voor droge gangsters. Van die stekende kou vergaat de zin in grappen, en
je wil alleen nog maar moorden. Ook de film is net even te gewelddadig om de grapjes echt te kunnen accepteren en verteren. De
grote overkoepelende ironie werkt wel: werkelijk iedereen is stéénrijk.
'Het is voorzieningen of de zon', zucht een gangster. Iedereen zit in
kasten van huizen, gangsters zitten in design-stoelen en hebben kunst aan de muur
hangen. Klagen kun je eigenlijk alleen over de sneeuw en de
buitenlanders. ('Weet je hoe ze je hier in de gevangenis behandelen',
zegt een Serviër.) Stellan Skarsgaard – hij weer – is eigenlijk een
brave sneeuwschuiver. Maar zoals dat gaat in een film die Amerikaanse
dan Amerikaans wil zijn, gaat hij als De Wreker op het Blue Ruin-pad.
(Nadat zijn zoon om zeep is geholpen.) De film houdt zelf de 'dead
count' netjes bij, ook al weer een trekje dat wankelt tussen serieus en
grappig. Een Servische injectie komt halverwege als gelegen. Die hebben
die gangsta-schwung wél. De opperschurk van de Noren doet schmierend
zijn best (met wortelsapjes en ingenieus gebruik van eierdozen) maar
zijn soort idioot heeft zijn kraft in filmland inmiddels wel verloren.
dinsdag 30 juni 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten