vrijdag 19 juni 2015

The Grand Budapest Hotel

Een moedervlek in de vorm van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie! O nee, dat heb ik zelf verzonnen. Later in de film gaat er wel een Mexico-witz overheen. Het oeuvre van Wes Anderson is inmiddels een soort thuiskomen. Je weet wat je gaat krijgen – zie dat grapje – maar het voelt weer zó fijn en veilig. Spetterend set design, schaterende kleuren en een superparade van besnorde acteurs. The Grand Budapest Hotel koestert heel eurofiel die 'wereld van gisteren'. Het gedistingeerde chique Europa dat Roth en Zweig zo graag hadden behouden. Anderson voelt echter als Amerikaan ook nog wel een ander verlangen. Een avondje terugkeren naar stokoud Hollywood. We zwieren langs onder meer Three Comrades, Grand Hotel (duh) en The Mortal Storm (het skiën!). Klassiek met een snufje nazi-gevaar. De oude wereld is stervende. Maar totdat het zover is houdt 'The most liberally perfumed man I ever met' de schijn op. Ralph Fiennes' rol is een meesterwerkje; hij verdwijnt er helemaal in, precies zoals het moet in die beroepsgroep. Aangever is een jonge 'lobby boy' die zijn eigen snorretje nog handmatig moet zetten. Het tweetal sjeest door het fictieve Oost-Europese land, van kastelen naar gevangenissen, genre na genre, en acteur na acteur. Anderson weet zelfs Jeff Goldblum tot scherpte te verleiden. 'Did he just throw my cat out of the window'. Dat zelfs Matthieu Amalric erbij is, voelt haast als een persoonlijke geste. Tuurlijk, The Grand heeft achter alle spielerei niet de diepgang van een Darjeeling Limited, maar wat geeft het. De film heeft L'Air de Panache in ruime voorraad.

Geen opmerkingen: