zaterdag 20 juni 2015
The Rover
'Not everything has to be about
something.' Ik kijk tien keer liever een mislukte dystopie dan een
matige komedie, dus zo bezien is The Rover de tijd best waard. Bovendien
is die Mad Max-wereld van Australië een van de betere settings voor 'na
de collapse'. Wat er precies gebeurd is, blijft totaal onduidelijk. De
film is sowieso erg abstract. Door de outback rijden nog wel wat
zwaarbewapende treinen en karretjes, maar de nederzettingen zijn
nagenoeg leeg, veel is er niet meer te koop. 'I've got tins of things
and drinks and stuff.' Eén van de 'wanderers' in deze wereld is Guy
Pearce. Woeste baard, lege blik en met één doel: zijn auto (geen Rover)
terug. Onderweg kijkt hij niet op een leven meer of minder, maar op woorden is hij zuinig. Pearce komt al snel Robert Pattinson tegen,
die als een soort kruising van Theo Maassen en Riff Raff zijn uiterste
intense best doet. Typerend voor het script is wel dat Pearce ons (en
hem!) moet vertellen dat Pattinson een 'half-wit' voorstelt. Ik dacht
dat we gewoon met een curieus accent te maken hadden! In de brute
geweldsoprispingen is de auteurs-hand van Michod (met het dakje)
duidelijk te herkennen. De psychopathische trekjes van Australie gaan 'm
nog altijd goed af, maar zijn scenario is hier simpelweg te leeg en
ideeëloos om meeslepend te worden. Het tweede album-syndroom in optima
forma.
Labels:
David Michôd,
films uit de jaren '10
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten