donderdag 23 juni 2011
Celda 211
Lekker slechte formulefilm, die aan het eind plots realistisch wordt. (En daarmee deze kijker ergerde.) Al het andere is namelijk hilarisch vet aangezet. De slechteriken in deze film zijn allemaal kaal, allemaal baardig en bovenal hebben ze allemaal EVIL voices. Er zit een halvegare in deze film met de ranzigste stem van het filmjaar! De man wordt een running gag, terwijl je eigenlijk hoopt dat ie binnen twee tellen wordt afgeknald, wat best zou kunnen, want dit alles draait om een gevangenisopstand. Hoofdpersonage is een bewaker die dankzij het aan alle kanten rammelende plot ín de gevangenis belandt en zich moet voordoen als 'inmate'. (Een gaaf idee!) Hij doet dat voor mijn gevoel dan wel weer meteen overdreven/verdacht goed. En de Colombiaanse crew in de gevangenis gelooft 'm eigenlijk nooit. In tegenstelling tot de domme blanken. Celda 211 is zo'n film die een Amerikaanse remake verdient, en misschien wel kan gebruiken, maar een fascinerend aspect zou dan sneuvelen. De lui van de ETA die ook in de gevangenis zitten en door de leiding met fluwelen handschoentjes worden behandeld. Want god, je zou de Baskische regering toch eens kwaad maken! Dan breekt (zo suggereert de film) overal de pleuris uit. ETA still runnin' the show, ik geloof het eigenlijk niet, maar stiekem is het wel stoer. (Je bent toch eigenlijk ook geen land als je niet ergens in een uithoek wat debielen heb die met geweld voor vrijheid strijden.) Maar goed, zoveel screentime krijgen de ETA-jongens niet hoor, meer tijd wordt ingenomen door het irritantste aspect, de avonturen en flashbacks van de vrouw van het hoofdpersonage. En niet alleen om het bekende Spaanse quotum voor sexy teksten en scenes te halen... Het mens haalt het ook in haar hoofd om (hoogzwanger, dat vergat ik even) bij de poort van de gevangenis te gaan schreeuwen om de vrijlating van haar man. Belachelijke onzin. Maar noodzakelijk zo lijkt het, want al die rammelende elementen in het plot zorgen voor een fantastische beklemmende scene. Halverwege daarvan dacht ik; ha hebbes, ik zie de eindtwist aankomen. Maar dan komt ie... Niet! (Dat zou dus in de Amerikaanse remake wel moeten.) Nu schakelt de film aan het einde alsnog over op een soort van realisme, en dat is echt veel te laat en zelfs wat irritant. Formulefilms moeten ook gewoon met formulehelden eindigen!
Labels:
Daniel Monzón,
films uit de jaren '00
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten