zondag 26 juni 2011

The Flamingo Kid

Geen flauw idee hoe dit nu weer op mijn lijst terecht is gekomen, absoluut minor eighties-werkje, een soort Adventureland meets Breaking Away, al zijn die allebei beter. Typisch genoeg zit hier in de aftiteling wel een heel stoer liedje dat Breakaway heet, gezongen door de onbekende Jesse Frederick. De jongen die uit zijn milieu wil ontsnappen is Matt Dillon, hier nog heel spillebenerig. Hij woont in dampend en arm Brooklyn (het is zomer), maar weet dankzij echte mannen-kwaliteiten (auto's sleutelen) een baantje in een dure beachclub te versieren. Tot ongenoegen van zijn pa, die intellectuele plannen met hem heeft. De beachclub is opvallend vooruitstrevend voor begin jaren '60. Maar de love interest heeft ook al een eighties-coupe en er wordt zelfs een grapje over de holocaust gemaakt. In 1963, zou het werkelijk kunnen? Authenticiteit beperkt zich tot classics als Stand By Me en (Love is like a) Heat Wave. Geeft weinig, want dit is een amusant niemendalletje, met hopeloze bijrollen, ik probeerde nog een ode te spotten aan die oude cinema-klassieker waarin een jongetje naar Coney Island wegloopt, dat soort figuren zijn aanwezig, maar vond niks. Heel aardig aan The Flamingo Kid is trouwens dat vader zoon-conflict. Pa is een soort Buscemi en in een mooie scene zien we hoe hij zijn zoon Dillon óf wil uitschelden óf wil knuffelen, maar Dillon wil geen van beide. Dillon heeft ondertussen een surrogaat-pa gevonden in een rijke gin rummy-kaartspeler, voor de flauw neppe boodschap van vertrouw geen kapitalisten, en dat in een Amerikaanse film.

Geen opmerkingen: