zondag 19 juni 2011

Marty

De eerste keer dat Hollywood onder invloed van de opkomst van de tv (en de eenvoudige series en eenakters die daarop werden uitgezonden) écht naar gewone mensen keek. Geen zogenaamd lelijke mensen (= knap + bril). Nee, werkelijk alledaagse figuren. Hoofdpersonage Marty heeft het uiterlijk van iemand waar ze in Hollywood een kinderverkrachter van maken. Dik en kalend. De New Yorker werkt in een slagerij, onderhoudt zijn moedertje, die zeurt dat ie moet trouwen. Maar ja, in de cinema loopt ie blauwtjes; treurigheid troef. 'You don't get to be good-hearted by accident. You get kicked around long enough, you become a professor of pain.' En hij heeft al zo'n hondenkop. Grappig genoeg ís 'dog' ook in de film 'slang' voor lelijkerd. Maar dan keren de kansen en vindt hij (op een hippe jazzdance) een beschaafd, verlegen, niet al te knappe lerares scheikunde. Marty is zo blij dat acteur Ernest Borgnine bijna ontploft van enthousiasme en verliefdheid. (Tot dan was ie heel subtiel en goed). Gelukkig neemt het meisje (Betsy Blair) de sprankeling van hem over. Haar ogen schitteren en ze lacht heel lief en bescheiden. Als Marty met zijn meisje thuiskomt wordt de film echt schrijnend en goed, want niemand is tevreden. Zijn ma ziet haar oude leventje bedreigd en zijn vrinden zijn jaloers. Marty lijkt haar alsnog kwijt te raken, ik ging het werkelijk geloven, om dan toch bij een subtiel einde uit te komen. Fijne film, al is dit natuurlijk nog lang geen Italiaans neorealisme. Daarvoor is er bijvoorbeeld in de zijlijnen iets teveel flauwige aandacht voor de rest van de kibbelende familie. Hollywood dacht natuurlijk dat je onmogelijk een negentig minuten film kon maken als je enkel twee mensen verlegen aan een restauranttafeltje liet zitten... Wel komisch dat het enige mooie Jessica Simpson-meisje een veeleisende bitch is.

Geen opmerkingen: