Fijne Bosnische film, zeker op het scenario-niveau
zit het heel knap in elkaar. En niet alleen dankzij de hier altijd zo
geliefde cirkel. Een dikke Duitse Mercedes komt aan, in het Bosnische
hinterland, en rijdt aan het eind weer weg. Enkel de passagiers
veranderen. Wat Cirkus Columbia zo slim maakt is de geleidelijke
metamorfose van Dany Boon in Bosnië-achtige taferelen, naar melancholie
en oorlog. Die is namelijk op handen, net na het uiteenvallen van Tito's
rijk. De verstokte communist wordt mild bespot, maar heeft
tegelijkertijd nog recht van spreken ook. Want ja, de ellende werd
alleen maar groter natuurlijk. De ratten komen terug zegt men, en ook
het niet helemaal koosjere hoofdpersonage is met zijn trophy wife op weg
naar huis. Hij maakt zich vooral (en aanstekelijk belachelijk) druk om
zijn kat Bonnie, die de running gag van het verhaal mag spelen. Het
beest raakt al snel kwijt, waarna zijn baasje eerst bespot wordt om zijn
verwoede zoektocht. Tot ie 2000 Duitse Marken uitlooft. 'No one's
indifferent to Deutsche Marks.' Ondertussen maakt hij kennis met zijn
bijna volwassen sukkelige zoon, zijn ex-vrouw, en zij op hun beurt (en
met wisselend genoegen) met pa's nieuwe langbenige vlam. Er hangt een
zweem van degelijkheid rond Cirkus Columbia, misschien zit het in het
acteren, het is allemaal net niet top. Maar momentjes als die op de
zweefmolen uit de titel vormen samen toch genoeg 'Franse' magie.
vrijdag 8 juni 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten