vrijdag 29 juni 2012

The Prowler

Vooral in het eerste kwart is dit een zeer goede noir. Het begint al met het openingsshot, dat (ook) de kijker tot een gluurder maakt. (Ultiem cine-meta eigenlijk...) De vrouw die wordt 'bekeken' belt agenten, die haar sussen, en het allemaal maar wat overdreven lijken te vinden. (Opnieuw de gedachte van de kijker verwoordend, want ja, dan moet ze maar niet naakt voor 't raam gaan staan!) Maar langzaam krijgt een van de agenten wat griezeligs. En hij (Van Heflin) blijft maar terugkomen voor 'checkups'! In de beste scene van de film peutert hij met een haarpin van de dame (die hij ongevraagd uit heur haar 'leent') een kastje van haar echtgenoot open. (Allemaal heel symbolisch natuurlijk, eerst het kastje en dan...) Het slot houdt hem maar even tegen, meldt ie triomfantelijk. De vrouw zegt: 'soms kan een klein beetje vertraging precies genoeg zijn.' Je denkt; ze heeft door dat ie een creep is. Maar nee hoor, ze wordt verliefd. Volgens David Thomson uit onverbloemd Amerikaans opportunisme, weg van een slecht huwelijk. Vanaf dat moment komen we helaas op standaard noir terrein. Het op zich voorspelbare einde van de echtgenoot is zeldzaam koelbloedig en zelfs schokkend. Toch gaat het tijdens die handelingen mis op alle niveaus; de agent schiet zich tijdens de afrekening in zijn eigen arm; ik meende (of hoopte) per ongeluk terwijl hij een zelfmoord-opzetje probeerde neer te leggen op de lawn. De rechtszaak die volgt is zoals gebruikelijk een aanfluiting. (Ik háát rechtszaken in noirs.) Pas in de laatste tien minuten weet de film zich daarvan te herstellen, door middel van een Johnny Guitar-melodramatische western-wending.

Geen opmerkingen: