Ik ben het eens met de mensen om
Olaf heen, zogezegd. (Zie zijn artikel voor de Subjectivisten.) Zal ik het aan een
Murakami-overkill wijten? Onlangs Kafka on the Shore gelezen, en de
thema's komen toch wel overeen; onmogelijke liefdes, ontluikende en wat
moeizame seksualiteit (hier enkel expliciet in dialogen, tegen het eind
vraagt een personage om een gunst, en je weet meteen wat dat is),
referenties aan Britse popmuziek, strijkkwartetten en natuurlijk het
mourning forest, toch wel iets ultiems Japan. Je terugtrekken in een
bos, hier weliswaar niet zo metafysisch, maar nog altijd vol oude
geesten, opgekropte verlangens, en meer van die dingen. De film dan; die
begint aarzelend, het eerste half uur vond ik nogal verwarrend, ik zou
bijna verlangen naar meer voice-overs die de personages wat duidelijker
literair hadden geïntroduceerd. Maar als dé crisis duidelijk wordt (en
die is diep en pijnlijk) wordt de film beter. Dan is het wankele meisje
uit een piepjonge relatie naar een sanatorium in een bos verdwenen, waar
ze probeert van stemmen, schuldgevoel en frigiditeit verlost te raken.
De jongen ondertussen is back home wezenloos afwachtend. Een vat
borrelende frustratie dat hij van zichzelf niet mag uitleven op andere
meisjes. Pardoes snijdt hij zich aan, ja aan wat eigenlijk. Tóch de
mooiste scene, de bloedende hand middenin de platenzaak. De sfeer in dat
midden-gedeelte is uitstekend, bedwelmend, ook Can helpt, als een
vreemde (Japansige) twist aan Britse popmuziek. Maar in het laatste half
uur gaan de sluizen van pijn helemaal open, Murakami schrikt nooit terug van
een 'beetje' emotie. En ik kennelijk wel.
zaterdag 9 juni 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten