woensdag 13 juni 2012
Jane Eyre
Hm, het lijkt wel
Wuthering Heights dacht ik na een tijdje. Maar dit is toch Austen? Wat
een 'rauwe' versie dan zeg... Och nee. Waar Austen-heldinnen zélf nogal
hysterisch zijn, komt de waanzin bij de Brontë-zusjes vanuit de
omgeving. En eigenlijk is dat spannender, meer Von Trier. (Maar zowel
bij Austen als bij de Brontes komt er aan het eind een deux ex-machine
oompje met een zak geld....) De plaatjes in Jane Eyre zijn om door een
ringetje te halen. Dat kon je wel verwachten, maar toch, echt
schilderachtig in licht (en vooral) duisternis. Mia Wasikowska is de
titelheldin (met curieus accent, het schiet alle kanten op voor mijn
gevoel) maar met de juiste koele vastberadenheid. Ze lijkt net Tilda
Swinton. Na wat kortstondige flashbacks in een chaotische
raamvertelling, wordt de film echt mooi als “Belle” Jane in het
afgelegen Rochester aankomt. Daar wachten Judi Dench de huishoudster en
“La Bête” (Michael Fassbender) op haar. De laatste is erg sterk, maar
dat is dan ook het ultieme Brontë-karakter. Impulsief, een duistere
orkaankracht van lusten en negatieve gedachten. Hun opbloeiende romance
en de Fritzl-twist; zeer geslaagd. Alles wat erna komt voelt wat
geforceerd en gehaast aan.
Labels:
Cary Fukunaga,
films uit de jaren '10
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten