maandag 25 juni 2012
Restless
Eigenlijk een behoorlijk
sentimentele draak vermomd als hippe, quirky, pseudo-diepzinnige
arthouse. Veel heeft de film echter niet te melden over de 'diepe dingen
des levens', terwijl men dat wel lijkt te denken. Toch is het moeilijk
écht kwaad te worden op een film waarin 'jeugdkanker' zo'n grote rol
speelt. Bovendien heeft Gus van Sant natuurlijk wel stijl, en neemt ie
goeie liedjes mee. Op de twee meest romantische momenten zingt Sufjan
Stevens héél zachtjes. (En dan ook nog obscure liedjes van zijn fantastische debuut A Sun Came.)
Ik vond dát in elk geval weer adembenemend.... Het paartje bestaat uit
Mia Wasikowska, zo fragiel dat ik dacht 'zo die moeten ze eens een patiënte laten spelen' (et voila) en Henry Hopper, zoon van. Zelfde kop,
maar veel talent lijkt hij niet te bezitten. Hollywood-Nepotisme hè.
Het script zadelt de verdwaasde gozer ook op met stomme stopwoordjes
('or whatever'). Bovendien is zijn backstory irritant, zoals
gebruikelijke is ie niet 'gewoon' gek, maar gek met een reden. (Dankzij
een stevig trauma.) Tot ie het meisje ontmoet besteedt hij zijn tijd op
begrafenissen (natuurlijk!) en met een ingebeelde vriend (een Japanse
kamikaze-piloot). Tekenend is dat de film die fictieve status al na tien
minuten 'verklapt', terwijl het een half uurtje later mooi achteloos
wordt onthuld. Het moest allemaal al vroeg duidelijk kennelijk. Nee, op een paar
huiselijke scenes na (altijd met de prima Mia) is hier weinig te halen.
Labels:
films uit de jaren '10,
Gus van Sant
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten